Mijn masker
Het masker als een metafoor voor onze persoonlijke ontwikkeling.
Als kind leren we van onze ouders, leraren en/of andere belangrijke personen hoe we ons behoren te gedragen in het leven.
We leren naar hen te luisteren en ons aan hun wereldbeeld aan te passen. We leren dat hun manier van denken de enig juiste manier is en nemen dat over. We leren dat we ons moeten aanpassen om liefde te verdienen. We leren ons ware zelf te verbergen en tonen in plaats daarvan ons aangepaste zelf.
Diep in onszelf zijn we er van overtuigd geraakt dat we niet goed genoeg zijn zoals we zijn.
We zetten als het ware een masker op waarachter wij ons verbergen. Dit masker past vaak zo goed dat we zelf niet eens meer doorhebben dat het een masker is. We geloven dat we ons masker zijn. Maar als we opgroeien, kan het masker ongemakkelijk gaan voelen of zelfs gaan knellen. Alleen: we durven het niet af te zetten, bang als we zijn dat we door de mand vallen als mensen ons ware zelf zullen zien. Soms wordt het knellen echter te pijnlijk, we kijken even achter ons masker vandaan. En tot onze verrassing blijken wij er zelf achter te zitten! Pas dan beseffen we dat we meer zijn dan ons masker, dat we zelf dachten dat wij ons masker waren.
Vanaf dat moment hebben we de keuze: Identificeren we ons blijvend met wat wij denken dat anderen van ons verwachten? Of durven we op onderzoek uit te gaan en onze eigen weg te vinden in het leven, durven wij onszelf weer te ontdekken en te laten zien wie we zijn en ons leven te leven zoals het voor ons bedoeld is?
Ik heb mijn echte zelf verborgen.
En toen een masker opgezet.
Ik was klein en jij al groot.
Je lachte tegen mij, Ik lachte terug en zag verrast.
Dat jij niet zag dat dit mijn masker was.
Ik heb mijn echte zelf verborgen.
En vond dat een spannend spel.
Ach ja, ieder kind begrijpt dat wel.
Je lachte tegen mij, Ik lachte terug en zag verrast.
Dat jij niet wist dat dit mijn masker was.
Ik heb mijn echte zelf verborgen.
En ben aan mijn masker nu gehecht.
Ik ben groot en jij al klein.
Je lachte tegen mij, ik lach terug en denk verrast.
Dat jij geloofde dat ik mijn masker was!
Ik heb mijn echte zelf gevonden.
In de schaduw, op een plekje zonder licht.
Mijn masker valt, ik schrik; nu heb ik geen gezicht!
Je lacht nog tegen mij, ik lach terug en besef verrast:
‘Ik dacht zelf dat ik mijn masker was!’
HV